Gezien haar specifieke opdracht is het SIT steeds stand-by. In deze hoedanigheid staat het team permanent in vooralarm. Dit houdt in dat het voertuig en het materiaal in orde en startklaar staan, dat alle zenders en electrische apparatuur continu opgeladen zijn en dat het team steeds via sematoon bereikbaar is.

Het SIT wordt, in geval van ramp, opgeroepen door het Hulpcentrum '100' (HC-100), daar het team in het Medisch Interventieplan Limburg (MIL) (d.i. het medsich rampenplan van Limburg) ingeschreven staat.
Het SIT gaat in effectief alarm vanaf een MIL-type II (dwz tss 10 en 30 gewonden).

Het HC-100 geeft een opdracht tot alarmeren aan de Centrale Dispatching Limburg van het Rode Kruis (CD-RK) dat op zijn beurt de sematoons van het SIT aktiveert.
Aan de hand van de code die de SIT-leden ontvangen weten zij of het om een vooralarm, een alarm, een oefening of een einde alarm gaat.
De leden nemen onmiddelijk telefonisch contact op met PHE en ontvangen een korte situatieschets (SITREP). Daarna begeven zij zich onmiddelijk naar het afgesproken RV-punt (zie tabel) in hun regio.

Onmiddelijk nadat het SIT gealarmeerd is wordt de Supervisor SIT op de hoogte gebracht en vertrekt eveneens naar het RV-punt PHE om de SIT-werking te coördineren.

Zodra het team SIT-PHE met 5 personen op het RV-punt is wordt een aanrijroute uitgestippeld en wordt aan de ploegleider van dit team (meestal de Supervisor SIT) een uitgebreide SITREP doorgegeven waarna het team onmiddelijk naar het rampterrein vertrekt.

Gemiddeld 15 Min. na de opdracht tot alarmeren vertrekt het SIT naar het rampterrein.

Het SIT-team uit de getroffen regio wordt eveneens gealarmeerd. Zij hebben identiek dezelfde procedure als het team SIT-PHE, behalve dat zijn geen eigen materiaal of voertuig hebben, maar met een ambulance naar het rampterrein vervoerd worden.